Oefening 1


Breuken gelijknamig maken en aftrekken.

 

Het is een opdracht waarbij je de breuken eerst gelijknamig moet maken vooraleer je ze kan optellen. Deze opdracht komt aan bod wanneer de leerlingen leren over het gelijknamig maken bij het aftrekken. Het voordeel van deze opdracht is: wanneer de leerling de oefening juist heeft, komt er een puzzelstuk tevoorschijn. Wanneer alle oefeningen juist zijn opgelost, is de hele puzzel zichtbaar. Dit houdt de leerlingen gemotiveerd, want ze willen natuurlijk de hele puzzel kunnen bekijken. Achteraf zijn ze trots op hun eigen werk. Wanneer de leerling niet tot het juiste antwoord kan komen kan de leerling klikken op 'wat is er mis?' en dan verschijnt de fout in het rood.

Deze activiteit is geschikt voor leerlingen van het vijfde leerjaar omdat ze deze leerstof leren in dit jaar. Op deze manier kunnen de leerlingen de leerstof op een leuke manier eens extra verwerven. 

Leerplan (VVKBaO)

G17 a) Eenvoudige breuken gelijknamig maken om ze te vergelijken en te ordenen of om ze op te tellen of af te trekken.


De eintermen ICT gelinkt aan deze opdracht:

ET 2 De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.

Deze oefeningen zijn doelgericht. Ze oefenen de leerstof nog eens extra in op een leuke manier. De leerlingen hebben als doel om de gehele puzzel te zien te krijgen. Op deze manier zijn ze gemotiveerd op hun doel. Voor de leerlingen is het minder frustrerend wanneer ze hun fout niet zelf ontdekken, de fout wordt aangeduid en zo weten beter hoe ze tot de juiste oplossing kunnen komen.

ET 3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

De leerlingen oefenen deze oefening zelfstandig in en oefenen de leerstof nog eens extra in. Het is een ondersteunende manier waarbij de fouten van de leerlingen worden aangegeven.